Jeroen werkt bijna 10 jaar bij VieCuri Medisch Centrum als chirurg-oncoloog. Hier ziet hij veel patiënten met kanker die behandelingen en operaties ondergaan. Deze patiënten worden meestal curatief behandeld, dus om beter te worden. Wanneer blijkt dat patiënten uitzaaiingen hebben en niet meer beter kunnen worden, worden deze patiënten vaak naar de internist oncoloog verwezen. Deze patiënten kunnen dan een palliatieve behandeling krijgen.
“Wat belangrijk is, zeker als je zulke precaire dingen met patiënten en naasten wilt bespreken, is een vertrouwensband. Je hebt soms maar één kans om zo’n gesprek te voeren en zo’n traject in te gaan. Je moet weten wat belangrijk is voor de patiënt en de patiënt kennen. Als je zo’n gesprek ingaat met enkel droge feiten en uitslagen kom je minder ver dan wanneer je authentiek en persoonlijk bent. In korte tijd kun je dan vaak sneller je vinger erop leggen wat echt belangrijk is in deze fase voor de patiënt. Dat kan voor iedereen heel anders zijn, voor de een is dat een dagje Amsterdam of de Efteling, de ander wil alles proberen qua behandeling en er op een andere manier nog zoveel mogelijk uithalen. Je probeert een band te creëren en eerlijk te vertellen wat de mogelijkheden zijn.”
“Als patiënten op de afdeling snel achteruit gaan en op korte termijn zullen gaan overlijden, gaan we in gesprek en leggen we de situatie uit. We vragen waar ze het liefst komen te overlijden. Dat kan in het ziekenhuis of in een thuissituatie zijn. De laatste jaren maken we gebruik van de inzet van het palliatieve team. Dit team heeft veel ervaring en kan uitgebreidere hulp bieden in deze fase. Dit is een mooie verbetering in palliatieve zorg die het ziekenhuis de laatste jaren heeft doorgemaakt. Laagdrempelig betrekken we in het ziekenhuis ook vaak een spiritueel zorgverlener erbij.”
“Hoeveel ervaring je ook hebt als arts, het blijft je toch aangrijpen als een patiënt niet meer te genezen is. Zeker als het iemand is die je al een paar jaar onder behandeling of controle hebt. Je bent opgeleid om mensen beter te maken; dokters hebben vaak de neiging iets te willen doen. Dingen achterwege laten kan in deze fase juist heel belangrijk zijn.”
Zowel voor patiënt als behandelaar blijft het soms lastig om over de laatste levensfase te praten. “Bij beide partijen heerst er nog wel een beetje een taboe. Uiteraard kijk je allereerst naar wat je wel nog kunt doen. Zeker in een vroeg stadium wil je niet direct over een ‘wat als’ scenario praten.”
Jeroen benadrukt dat het goed is om tijdens een palliatieve behandeling ook soms even een time out in te brengen. “Sta erbij stil hoe het er op het moment voor staat. Wat zijn de lasten en bijwerkingen van de behandeling en wat levert het op? Welke invloed heeft het op mijn kwaliteit van leven?” Daarnaast wil hij mensen die in deze fase zitten graag meegeven om na te denken wat hen nou echt gelukkig maakt. “Denk niet alleen na over wat fijn is voor je omgeving maar vooral ook waar je zelf nog gelukkig van wordt.”
Denk in de laatste levensfase niet alleen na over wat fijn is voor jouw omgeving maar vooral over waar je zelf echt gelukkig van wordt.